Morbi vitae purus dictum, ultrices tellus in, gravida lectus.

Categorie

Blog

Het zat er al lang aan te komen… helemaal onderin het vriesvak lag hij al weken te wachten om opgegeten te worden. Niet door mij (natuurlijk), maar door mijn Bourgondische echtgenoot. Ik heb het over die middelgrote ronde schijf; een ivoorkleurige bodem met een groene decoratie erop, meer is het niet. En hij luistert naar de naam ‘pizza’…
Ik had hele smakelijke plannen voor de avonddis: een tortilla van zoete aardappel, gegrilde groenten en een frisse eikenbladsalade met artisjok, mais en avocado. Maar die plannen lijken nu gedwarsboomd te worden.

‘Ik heb ‘m vast uit de diepvries gehaald’, roept manlief. ‘Het moest er maar eens van komen! ‘Oh, nee hè, wat moet ik daar nou van maken, denk ik chagrijnig’. De kale schijf (spinaziepizza) ligt me vanaf de broodplank aan te staren. Het is net een frisbee. Met eten heeft dit weinig te maken, dus moet ik zorgen dat ’t eetbaar wórdt. Want straks zitten we wél samen aan tafel, liefst genietend. Wie niet?

Mijn man houdt van pizza’s, zo nu en dan. Daar is helemaal niks mis mee hoor. Sterker nog, wie gaat er niet voor de bijl als je een mooie, krokante, versgebakken pizza voorgeschoteld krijgt, waar de zweem van de Italiaanse oven nog aanhangt? Ja, zo’n pizza schuif ik ook wát graag naar binnen. Maar daar valt dit diepvriesexemplaar niet onder. Ik denk dat de Napolitanen zich omdraaien in hun graf als ze horen dat deze frisbee verkocht wordt als pizza. Hij heeft de vereiste vorm, ja ja, maar daar is ook alles mee gezegd. Maar hoe maak je van een frisbee een pizza?

Dus zet ik m’n creatieve brein aan het werk en begin de pizza als een taart te versieren. En versiering heb ik genoeg. Restjes eten koester ik, want daar kun je nog zoveel lekkers mee maken. En zo ook dit keer.

Er is nog zelfgemaakte rucola pesto en een royale portie gegrilde groenten, als overblijfsel van een Mediterraan buffet. Er staat ook nog een schaaltje artisjokharten en als klap op de vuurpijl rest er nog een stukje Parmezaanse kaas van goede kwaliteit. Hoera! Ik kan m’n geluk niet op, want hiermee kan ik hoog inzetten op een redelijk smakelijke ronde schijf.

Dus… pizzaatje versieren, oven aan, en ik kan intussen aan de slag met m’n voorgenomen avondeten. Het begint zowaar lekker te ruiken in de keuken en al gauw kunnen we aan tafel. De pizza is een kilootje zwaarder geworden van de rijke versiering en ziet er aantrekkelijk uit. Ik heb ‘m op een houten broodplank geserveerd, ter verhoging van de Italiaanse feestvreugde.

Manlief snijdt ‘m zorgvuldig aan, en neemt een eerste hap. Vervolgens een tweede en een derde, ogen strak gericht op de pizza. Geen commentaar. ‘It might be good, it might be bad’, denk ik intussen.

‘En, wat vind je van je pizza?’, vraag ik voorzichtig ‘Nou, zegt hij, ik geloof echt dat ik nog nooit zo’n lekkere pizza heb gegeten’! Hahahaha… Zo kun je van een frisbee toch nog een pizza maken (maar de volgende keer maak ik de bodem zelf;)